Psuedokroep, de wat?

Gepubliceerd op 21 maart 2020 om 18:00

Het begon als een gewone decemberavond.
Jayden was wat hangeriger dan normaal, maar ik dacht dat het misschien gewoon vermoeidheid was.
Het was een drukke dag op school geweest, en december is altijd een spannende maand voor hem.
Hij voelde warm aan, maar niet zorgwekkend.
Toch gaf ik hem voor de zekerheid een paracetamol voordat hij naar bed ging.
Hij vraagt er zelf vaak om als hij zich niet lekker voelt: "Mama, pilletje in de billen," zegt hij dan met zijn kleine stem.

De volgende ochtend leek hij gelukkig weer wat meer zichzelf.
Hij had zich voorgenomen om opa en oma te helpen met de kerstboom, en dus brachten we hem daarheen.
Zoals altijd, hing hij de kerstballen op zijn manier: tig ballen op één tak. Voor opa en oma is dat pure kunst, maar mijn OCD had daar misschien wat moeite mee! We genoten van het samen zijn en na een gezamenlijke maaltijd gingen we naar huis.

Later die avond, terwijl Jayden sliep, hoorde ik ineens een vreemd geluid uit zijn slaapkamer.
Het klonk alsof er een zeehond in zijn kamer lag.
We renden in paniek naar binnen en daar lag hij: snakkend naar adem, met een rauwe hoest en een blik vol angst.
Zijn ogen leken te zeggen: "Papa, mama, help mij." Mijn instinct nam het over.
Geen tijd voor emoties, geen ruimte voor angst. Ik moest handelen.

 

We belden direct de huisartsenpost.
"Mevrouw, dit klinkt als pseudokroep," zei de verpleegkundige. Pseudowattes?
Ik had er nog nooit van gehoord.

Het bleek een virale ontsteking van de bovenste luchtwegen te zijn, iets wat bij kinderen vaker voorkomt, maar het klonk ernstig.

 

Omdat Jayden een medische geschiedenis heeft, besloot de triageverpleegkundige geen risico te nemen en vroeg ons om naar het ziekenhuis te komen.
We pakten snel een tas in en vertrokken.
Bij aankomst bleef mijn vriend met Jayden buiten, omdat hij daar meer lucht kreeg dan binnen.
Maar toen ze terugkwamen, zag ik meteen dat het niet goed ging. Jayden was slap, zijn alerte blik was weg.

Alles gebeurde zo snel.
Mensen schoten van alle kanten te hulp.
Jayden werd aangesloten op monitoren en het ene na het andere apparaat.
We keken machteloos toe terwijl hij op een brancard werd gelegd en naar een andere kamer werd gereden.
Zijn saturatie was gezakt naar 86, veel te laag.
Ze begonnen hem te vernevelen,in de hoop dat zijn longen zich zouden openen en hij beter zou kunnen ademen.

 

Toen de verpleegkundige ons vertelde dat we naar de kinderafdeling zouden gaan, drong het langzaam tot me door dat we daar moesten blijven.
Het voelde alsof ik vastzat in een overlevingsmodus.
Mijn hoofd kon de realiteit nauwelijks bijbenen.

Jayden kreeg opnieuw zuurstof toegediend, maar zijn saturatie zakte nog verder, naar 74.
Hij was er bijna niet meer bij.
Het kleine hoopje lichaam in dat veel te grote bed was nauwelijks nog mijn kind.
Ik voelde me verloren.
De artsen besloten dat als de volgende behandeling niet zou werken, hij naar de IC zou moeten.
De woorden "IC" echoden in mijn hoofd. Wat gebeurde er toch allemaal?

Ze legden een infuus aan, maar dat was lastig omdat Jayden inmiddels erg bleek was geworden.
Na een paar pogingen lukte het en kreeg hij magnesium toegediend.
Gelukkig werkte het.
Zijn saturatie begon langzaam te stijgen, maar naar huis zouden we voorlopig niet gaan.

 

We brachten uiteindelijk vijf dagen door in het ziekenhuis.
Jayden had een zware astma-aanval in combinatie met een infectie van de bovenste luchtwegen en het RS-virus.
Het waren intense dagen waarin we telkens tussen hoop en vrees zweefden. Maar hij herstelde, langzaam maar zeker.

Het is inmiddels drie jaar geleden, maar elke keer als hij nu last heeft van astma of pseudokroep, voel ik diezelfde spanning.

De herinneringen aan die decemberavond komen dan weer naar boven, en ik besef hoeveel geluk we hebben gehad.

Jayden is een vechter, dat heeft hij toen al laten zien. En ik? Ik ben dankbaar voor elk moment dat we samen hebben.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.