De alleszeggende MRI

Gepubliceerd op 15 februari 2020 om 18:00

Ik kan me die dag nog zo goed herinneren.
Mijn vader was met me meegegaan naar het ziekenhuis, een steun die ik meer nodig had dan ik toen misschien besefte.
Jayden moest een MRI ondergaan, en omdat kleine kinderen niet stil kunnen blijven liggen, moest het onder narcose gebeuren.
Dat idee alleen al maakte me nerveus, maar ik probeerde sterk te blijven voor mijn zoontje.

Toen de anesthesist ons ophaalde, wist ik dat het moeilijk zou worden.
Ik had het van tevoren al aangegeven: ik zou het zwaar hebben om dit mee te maken.
Officieel mag er maar één persoon mee naar binnen, maar ik had uitgelegd dat ik bang was om flauw te vallen van de spanning.
Gelukkig mocht mijn vader mee om me te steunen, en ik was zó dankbaar dat hij er was.

Jayden raakte meteen in paniek toen het kapje met de narcose op zijn gezichtje werd gezet.
Zijn ogen schoten heen en weer, hij begreep niet wat er gebeurde. Het was hartverscheurend om te zien.
Met een brok in mijn keel en mijn tranen op het punt om te breken, keek ik toe hoe hij langzaam in slaap viel.
Toen we de kamer verlieten en ik in de lift stapte, kon ik mijn tranen niet langer bedwingen.

De spanning, de angst—alles kwam er in één keer uit.

Het wachten leek een eeuwigheid te duren.
Elke seconde voelde als een uur terwijl ik zat te wachten op het telefoontje dat Jayden weer terug was op de afdeling.
Gedachten stormden door mijn hoofd, herinneringen aan de momenten waarop ik hem bijna had verloren.

Drie keer had hij op het randje van de dood gestaan, en één keer had ik hem letterlijk meer dood dan levend in mijn armen gehad.
Dat beeld spookte door mijn hoofd, samen met de piepende geluiden van de ziekenhuisapparaten uit die tijd.
Het bracht me terug naar de momenten waarop zijn kleine, kwetsbare lichaam vocht voor zijn leven.

Mijn vader was op dat moment mijn redding.
Zonder hem had ik het niet aangekund.
Ik voelde de angst door mijn lichaam trekken toen ik zag hoe Jayden steeds slapper werd terwijl de narcose zijn werk deed.
Zijn ogen draaiden weg, en hoewel ik wist dat het normaal was, brak het mijn hart.

Achteraf was ik ergens blij dat ik erbij was geweest, dat ik het zelf had meegemaakt.
Maar op dat moment voelde het alsof ik mezelf verloor in de situatie.

Ergens diep vanbinnen had ik altijd al gevoeld dat er iets niet in orde was.
Als moeder weet je dat gewoon.

Maar om het daadwerkelijk te horen, om de bevestiging te krijgen, was een ander verhaal.
Toen de neuroloog ons eindelijk de MRI-beelden liet zien en uitlegde wat er precies te zien was, voelde ik de grond onder mijn voeten verdwijnen.
Ze sprak kalm, maar op het moment dat ze zei dat Jayden een hersenbeschadiging had, ging bij mij het licht uit.
De rest van haar woorden drongen niet meer tot me door. Alles wat ik hoorde, was die ene zin die mijn hart in duizend stukken brak.

Op automatische piloot stelde ik de enige vraag die er op dat moment toe deed: "Wat betekent dit voor zijn toekomst?"
Haar antwoord sneed door mijn ziel. Jayden zou waarschijnlijk nooit lopen, nooit praten, nooit zindelijk worden.

De wereld leek stil te staan.
Alles wat ik ooit voor mijn kind had gehoopt, alles wat ik hem had gegund, leek in dat ene moment weg te vallen.
Het was alsof alle toekomstplannen, al mijn dromen voor hem, in één keer in rook opgingen.

Toch, ondanks het verdriet, wist ik dat we moesten vechten. 
Die dag was het begin van een ander leven.
Een leven vol uitdagingen, maar ook vol onvoorwaardelijke liefde en de wil om door te gaan, hoe moeilijk de weg ook zou zijn.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb