Wat als ik er niet meer ben?

Gepubliceerd op 27 november 2021 om 18:00

Bij het lezen van deze titel zal je waarschijnlijk niet meteen staan te springen om mijn blog te lezen,
maar het is wel iets wat heel belangrijk is om over te praten.
Je denkt niet aan doodgaan als je 20 of 30 jaar bent en net moeder bent geworden.

Toen ik vier jaar geleden een polsoperatie kreeg, spookten er wel vragen door mijn hoofd:
wat als het fout zou gaan tijdens de narcose? Wat gebeurt er dan met Jayden?

Ik schreef toen heel simpel een brief met mijn wensen.
Maar het werd pas echt confronterend toen ik in het proces van baarmoederhalskanker terechtkwam.
De vraag die me het meest bezighield was: wat als ik er niet meer ben?

 

Ik doe mijn best om Jayden zo zelfredzaam en zelfstandig mogelijk te maken,
maar hij zal nooit zijn vleugels uitslaan zoals ik dat deed toen ik volwassen werd.
Bij alle dagelijkse dingen moet ik hem helpen, en dat maakt het zelfredzaam zijn toch een stuk lastiger.

De dood vond ik altijd iets heel naars.
Natuurlijk heb ik ook mooie diensten meegemaakt om afscheid te nemen, en had ik met de een meer vrede dan met de andere.
Maar kom op, ik kan en mag toch nog helemaal niet doodgaan?

Wat als ik er niet meer ben? Wie zorgt dan voor Jayden? Niemand kan zo goed voor hem zorgen zoals ik dat altijd heb gedaan.
Wie knuffelt hem? Wie troost hem? Wie begeleidt hem door deze hele medische wereld heen?

Ik hoop dat ik nog heel lang deze dingen voor Jayden mag blijven doen.
Hij is pas 8 jaar geworden, dus ik hoop dat ik nog veel dingen met hem kan beleven.

 

Als ouder van een kind met een beperking moet ik keuzes maken waar andere ouders nooit over na hoeven denken.
Ooit zal ik moeten kijken naar een woonvoorziening voor hem, want hij zal niet zijn leven lang bij mij kunnen blijven wonen.
Hoe graag ik dat ook zou willen, op een dag zal ik er niet meer zijn en moet hij zichzelf redden met de hulp van anderen.

Buiten het feit dat ik alles moet regelen voor hem als ik er zelf niet meer ben, moet ik ook alles voor mezelf zo goed mogelijk regelen.
Ik denk niet dat Jayden daar in staat toe zal zijn.
Gelukkig heb ik de controle over veel zaken, dus dat moet wel goedkomen.
Voor nu wil ik daar nog niet over wakker liggen.

Wat me vaak wel wakker houdt, is de vraag wie het stukje liefde over zal nemen als ik er niet meer
ben. Zal hij zich nog gekoesterd voelen? Zal hij nog de onvoorwaardelijke liefde ervaren die ik hem geef?

Soms voel ik me schuldig dat Jayden geen broertje of zusje heeft die hem misschien zou kunnen begeleiden als ik er niet meer ben.
Maar aan de andere kant zou dat misschien niet eerlijk zijn ten opzichte van dat broertje of zusje, om hen die verantwoordelijkheid te geven.

Het idee dat ik mijn kind zou overleven, lijkt me verschrikkelijk, maar soms hoop ik stiekem wel dat hij eerder gaat dan ik.
Het idee dat mijn kind straks misschien wel eenzaam zal zijn in een woonvoorziening, breekt mijn hart.

Deze gedachten zijn zwaar, maar het is belangrijk om erover te praten.
Misschien dat anderen in dezelfde situatie zich herkennen in deze woorden.
Laten we de dialoog aangaan over zorgen, liefde en de toekomst voor onze kinderen.

Want ook al zijn de gesprekken moeilijk, ze zijn noodzakelijk.

Samen kunnen we zorgen voor een toekomst waarin onze kinderen zich gekoesterd en geliefd voelen, ongeacht wat er ook gebeurt.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb